Schouderrevalidatie

Schouderklachten kunnen erg invaliderend zijn door de vaak hevige pijn en het onvermogen te kunnen bewegen. Schouderpijn kan daarom optreden in of rond de verschillende gewrichten, het glijvlak tussen het schouderblad en de ribbenkast en de weke delen hier omheen. Schouderklachten kunnen plotseling of geleidelijk ontstaan.

Meestal is er nachtelijk pijn en pijn bij heffen van de arm. Vaak is er uitstraling naar de nek, de bovenarm of de hand en zijn er tintelingen in de hand.

De pijn veroorzaakt door schouderproblemen wordt door patiënten vaak op een andere plaats ervaren (bijvoorbeeld in nek of bovenarm) dan waar het werkelijke probleem zit. Al deze factoren maken het stellen van een diagnose bij schouderklachten vaak erg lastig.

Schouderklachten kunnen plotseling ontstaan na een val of onverwachte beweging. Als belangrijke factoren voor schouderklachten worden genoemd: verkeerd houdingsgedrag, langdurige overbelasting van de schouder, vooral het langdurig herhalen van (soortgelijke) bewegingen, werken met de armen boven schouderhoogte, werken in extreme standen van het schoudergewricht bij werken met de hand achter de romp, hand aan andere zijde van de romp of arm meer dan 30 graden naar buiten gedraaid of het doen van ongewone activiteiten in hobby’s, klusjes thuis of sport. Soms hebben de klachten te maken met spanningen thuis of op het werk, maar dan gaan schouderklachten vaak gepaard met spanningen in nekgebied. De precieze oorzaak van de klachten is niet altijd duidelijk.

De bewegingen in het schoudergewricht zijn afhankelijk van een groep van 4 spieren, de “rotator cuff”. Deze spieren liggen in een soort manchet om het schoudergewricht. De uiteinden van de spieren worden pezen genoemd, welke aanhechten aan de bovenarm of het schouderblad. Om de bewegingen soepel te laten verlopen, functioneren slijmbeurzen (bursae) als soort stootkussen rondom de pezen. Een bekende ruimte voor klachten, waarin enkele pezen en een slijmbeurs gelegen zijn in de schoudergordel, is de ruimte onder het schouderdak en boven het schoudergewricht; de subacromiale ruimte.

In een gezonde schouder glijden de pezen gladjes tussen schouderdak en schoudergewricht. Echter, door de vorm van het schouderblad is de ruimte, die de spieren en pezen hebben om te bewegen in deze ruimte, bij voorbaat al klein. Wanneer de ruimte nauw is, komen bij bewegen de pezen en/of slijmbeurs en kapsel in de verdrukking, waardoor klachten ontstaan. Bij sommige mensen is deze ruimte extra smal door de lichaamsbouw. Bij andere mensen wordt deze ruimte vernauwd door veelvuldig (bovenhands) belasten van de schouder of tijdens het proces van ouder worden, waarbij de pees verdikt en ook vaak degeneratie (achteruitgang) van botweefsel in deze ruimte ontstaat. Ook verandert de houding en beweeglijkheid vaak bij ouder worden, waardoor de ruimte ook vernauwd.

Wanneer deze ruimte vernauwd wordt/is, kan een peesontsteking of slijmbeursontsteking ontstaan. Daarnaast kan bij structurele vernauwing van de ruimte uiteindelijk een peesscheuring ontstaan. De beknelling van spieren of slijmbeurs geeft pijnklachten, vooral bij heffen van de arm naar voren, boven of achteren, bijvoorbeeld tillen, jas aantrekken, gooien. Als één van de weefsels ontstoken is, geeft dit ook vaak nachtelijke pijn. Bij volledig afscheuren van een pees kan vaak de arm helemaal niet meer geheven worden.

Wat kan eraan gedaan worden?

Gebruik van pijnstilling, voorgeschreven door de huisarts is meestal de eerste stap. Fysiotherapie voor pijndemping en later verbeteren van houdings- en bewegingspatronen door training. Bij aanhoudende klachten is shockwave of een injectie (in de subacromiale ruimte) met ontstekingremmende middelen een optie. Operatief ingrijpen bij onvoldoende resultaat van bovengenoemde opties. Hierbij wordt, afhankelijk van de blessure, de ruimte onder het schouderdak vergroot (Neerplastiek, dit wordt echter tegenwoordig niet vaak meer gedaan), de slijmbeurs weggenomen of de cuffpees gehecht (cuffrepair).

De term slaat op de mate van stijfheid van het schoudergewricht. Deze is door de aandoening in veel bewegingsrichtingen fors beperkt en pijnlijk. De oorzaak is niet altijd bekend. Er zijn situaties met een aanwijsbare oorzaak, zoals na een botbreuk of andere schouderaandoening (bijv. een slijmbeursontsteking of impingement) of na een periode van lange rust (immobilisatie). We spreken dan over een secundaire frozen shoulder. Er zijn ook schouders, die stijf worden zonder enige aanleiding (primaire of idiopathische frozen shoulder). Dit wordt vaker gezien bij suikerziekte, schildklierziekten en bij de ziekte van Dupuytren.

De klachten bestaan uit (hevige) pijn, die mensen ’s nachts uit de slaap kan houden en die verergert bij bewegen van de arm. Er kan uitstraling zijn naar de nek, de bovenarm of de hand en tintelingen in de hand. De pijn wordt vooral ervaren in de bovenarm. De schouder verstijft geleidelijk. De mate van stijfheid bepaalt de mate van de bewegingsbeperking.

In het verloop van de aandoening worden drie stadia onderscheiden die elkaar opvolgen.

In het eerste stadium (“freezing” fase) staat pijn en de ontsteking van het gewrichtskapsel (capsulitis) op de voorgrond. De duur van dit stadium kan variëren van 6 weken tot 9 maanden.

In het volgende stadium (“frozen” fase) komt de verstijving van de schouder op de voorgrond te staan. De pijn vermindert, maar de schouderfunctie raakt sterk beperkt. Deze fase duurt gemiddeld 4 tot 9 maanden.

In het laatste stadium (“thawing” fase) treedt er geleidelijk herstel op van de beweeglijkheid van het schoudergewricht. Uiteindelijk kan de functie volledig herstellen. De duur van dit stadium kan uiteenlopen van 5 tot 26 maanden.

De diagnose is eenvoudig te stellen bij lichamelijk onderzoek. Er is namelijk een forse bewegingsbeperking van het schoudergewricht vooral wat betreft de draaibewegingen (rotaties).

Het natuurlijk beloop van een (primaire) frozen shoulder is gunstig, maar pijnlijk en langdurig. Bij een spontaan beloop herstelt de schouder binnen een periode van 1½ tot 3 jaar. Met fysiotherapie probeer je het herstel zo optimaal mogelijk te laten verlopen, wat het gehele  proces ten goede komt. Eventueel wordt shockwave ingezet, waardoor de beweeglijkheid in 1 maand fors kan toenemen.
De beweeglijkheid herstelt over het algemeen goed, tenzij er een oorzaak aan ten grondslag ligt, die een normale functie belemmert van de schouder.  Bijvoorbeeld een bewegingsbeperking houden na een botbreuk (fractuur), waarbij de breuk niet in een goede stand genezen is en dus een normale beweeglijkheid niet meer mogelijk is.

Wat kan eraan gedaan worden?

Over de zin van fysiotherapie bestaan 2 meningen. Er is een stroming, die adviseert niets te doen, omdat de schouder na lange tijd vaak spontaan herstelt. Zo is gebleken uit onderzoek. Echter; dit kan dus wel 3 jaar duren.

Volgens ander wetenschappelijk onderzoek blijkt, dat gerichte fysiotherapeutische technieken de schouder juist sneller kunnen laten herstellen. Binnen een periode van 3 maanden neemt de beweeglijkheid meestal fors toe en de pijn overeenkomstig af. Ook met shockwave worden erg goede resultaten verkregen.

Eén of meer ontstekingsremmende injecties met cortico-steroïden in het gewricht kunnen in de eerste fase (ontstekingsfase) zeer nuttig zijn.

Voordat de schouder definitief de maximale functie-uitslag bereikt duurt lang, echter met minder pijn en een betere mobiliteit is deze termijn veel comfortabeler te overbruggen en is men sneller minder geïnvalideerd.

In uitzonderlijke hardnekkige gevallen kan de schouder onder narcose worden doorbewogen. Mogelijke risico’s van deze behandeling zijn zenuwoverrekking, pijn en terugval naar het oorspronkelijke niveau. De ervaring leert, dat deze behandeling over het algemeen niet nodig is.

Artrose van het schoudergewricht

Het kraakbeen van het schoudergewricht kan worden aangetast door slijtage, oftewel artrose. Kenmerkend voor artrose is, dat de hoogte van de kraakbeenlaag afneemt en de gewrichtsvlakken dichter bij elkaar komen te liggen, waardoor meer wrijving in een gewricht ontstaat tijdens bewegen. Slijtage van het schoudergewricht wordt omartrose genoemd.

Artrose leidt tot pijn, nachtpijn, startklachten bij bewegen, kraken en functievermindering van de schoudergordel. De klachten bestaan uit pijn, die kan zorgen voor slecht slapen en die verergert bij bewegen van de arm. Vaak is er uitstraling naar de nek, de bovenarm of de hand en zijn er tintelingen merkbaar in de hand. De pijn wordt vooral ervaren in de bovenarm. Door de artrose kan het gewricht stijf worden.

Tijdens lichamelijk onderzoek kan op basis van de beperkingen de diagnose worden gesteld, eventueel in combinatie met röntgenfoto’s.

Wat kan eraan gedaan worden

In een vroeg stadium: fysiotherapie ter verbetering van beweeglijkheid van het gewricht in combinatie met eventueel shockwave of ontstekingremmers (injectie of medicijnen). In ernstige gevallen moet overgegaan worden tot een operatie, waarbij een schouderprothese wordt geplaatst.

Artrose van het AC-gewricht (acromio-claviculair gewricht)

Ook in het gewricht bovenop de schouder tussen het sleutelbeen en het schouderblad kan artrose ontstaan, wat gepaard gaat met pijn in rust en bij bewegen. Vooral het heffen van de arm is pijnlijk en het bewegen van de arm naar de andere schouder. Bovenhandse werkzaamheden verergeren de klachten. Druk bovenop de schouder (bijvoorbeeld een BH-bandje of schoudertas) kunnen de klachten uitlokken. De diagnose is relatief eenvoudig te stellen door lichamelijk onderzoek in combinatie met echografie. Vaak is er uitstraling naar de nek, de bovenarm of de hand en zijn er tintelingen in de hand.

Wat kan eraan gedaan worden

In een vroeg stadium kunnen de klachten behandeld worden met fysiotherapie. Operatief ingrijpen in een later stadium (wordt relatief nog weinig gedaan, omdat de schouder instabieler wordt en de oorzaak niet wordt weggenomen) waarbij een stukje van het uiteinde van het sleutelbeen wordt gezaagd om de bewegingsvrijheid van het gewricht te verbeteren.

Schouderklachten kunnen ook ontstaan door specifieke oorzaken buiten de schouder. Veel voorkomende voorbeelden hiervan zijn:

Prikkeling van een zenuwwortel in de nek (cervicaal radiculair syndroom). Dit beeld gaat gepaard met heftige uitstralende pijn met tintelingen in schouder, arm of hand, samenhangend met nekbewegingen. Reumatische aandoeningen. Uitstralende pijn (‘referred pain’) vanuit hart, galblaas of longtop; er zijn dan meestal ook andere klachten zoals pijn elders, koorts, malaise, gewichtsverlies, infectie of een andere aandoening.

De klachten kunnen worden ingedeeld naar de duur van de periode dat ze aanwezig zijn: acuut (korter dan 6 weken), subacuut (6 tot 12 weken), en chronisch (langer dan 12 weken). Het aantal nieuwe gevallen van schouderklachten per jaar in de algemene bevolking wordt geschat op 0,9% tot 2,5% per jaar.

Neuralgische amyotrofie is een spierziekte waarbij mensen last hebben van terugkerende pijnaanvallen, gevolgd door gedeeltelijke of volledige verlamming, meestal manifesteert het zich in de nek/schouder/arm. Herstel kan jaren duren. Wetenschappelijk onderzoek richt zich op het vinden van de oorzaak en het verbeteren van de behandeling.

Neuralgische amyotrofie is een spierziekte die bij 20 tot 30 op de 100.000 mensen voorkomt. In Nederland treft de ziekte jaarlijks tussen de 400 tot 600 mensen (uit recent onderzoek blijkt dit getal vele malen hoger te liggen, incidentie wordt ernstig onderschat). De meeste gevallen zijn niet erfelijk, de erfelijke vorm komt minder vaak voor.

Neuralgische amyotrofie is een spierziekte die bij 20 tot 30 op de 100.000 mensen voorkomt. In Nederland treft de ziekte jaarlijks tussen de 400 tot 600 mensen (uit recent onderzoek blijkt dit getal vele malen hoger te liggen, incidentie wordt ernstig onderschat). De meeste gevallen zijn niet erfelijk, de erfelijke vorm komt minder vaak voor. Bij beide vormen neemt de spierkracht steeds verder af en soms treden ook storingen op in de doorbloeding en het gevoel van de huid. Kenmerkend voor neuralgische amyotrofie zijn terugkerende aanvallen van pijn, gevolgd door gedeeltelijke of volledige verlamming. De pijn treedt vooral op in de schouders, armen of handen, maar ook de benen kunnen worden aangedaan. De acute fase van neuralgische amyotrofie duurt ongeveer drie weken, daarna zakt het weg. Na de acute fase houden mensen vaak last van pijnklachten. Meer dan de helft van hen krijgt last van een soort hardnekkige spierpijn en bij minimaal een kwart van de mensen komt de aanval terug. Herstel van de spierkracht kan jaren duren en is nooit volledig. De eerste symptomen van neuralgische amyotrofie ontstaan meestal op jongvolwassen leeftijd.

Fysiotherapie de Goffert is gespecialiseerd in het behandelen van patiënten met Neuralgische Amyotrofie. Zij zijn aangesloten bij het netwerk van de Plexuspoli van het Radboud-UMC en kunnen je op de juiste manier behandelen.

Zie https://youtu.be/ct5e5FP9kB0 .

Deze video gaat over de spierziekte neuralgische amyotrofie (NA) en pijn. In de video passeren de fasen van pijn bij NA, de behandeling, adviezen, tips en ervaringen. Spierziekten Nederland heeft de video gemaakt met medewerking van dr. Nens van Alfen van het Radboudumc. Meer informatie over NA: https://www.spierziekten.nl/overzicht…

Ook revalideren we de schouder na een operatie:

  • Bij inklemmingsklachten (Neerplastiek en/of bursectomie, laterale clavicularesectie)
  • Bij pees- en/of spierscheuren (cuffrepair, partiel of totaal)
  • Bij fracturen -bij schouderslijtage (hemiprothese, totale schouderprothese, reversed schouderprothese)
  • Bij instabiliteitsklachten (Bankartrepair, Latarjet, SLAP repair, capsulair shift)